Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nu dan, [39]laat toch [40]uw knecht voor dezen jongeling slaaf van mijn heer blijven, en laat den jongeling met zijn broederen optrekken! 39. Juda betoont hier zonderling een bekommering over zijn vader, en liefde tot zijn broeder Benjamin. 40. Dat is, mij.